Het landgoed waaraan de Kapel haar naam ontleent wordt al genoemd in een document uit het jaar 1105. Het staat dan vermeld onder de naam Rislo. In een oorkonde uit dat jaar bevestigt de Utrechtse bisschop Burchard de privileges van de Zutphense kerk op verzoek van Graaf Otto van Zutphen. Het goed behoort dan al tot de oudste kapittelgoederen van de Zutphense Walburgiskerk. In een geschrift uit 1346 wordt de naam als Rycele geschreven.
Het oorspronkelijke huis op het landgoed (ook wel aangeduid als havezathe: versterkt huis of kasteel) geldt als het stamhuis van de Nederlandse tak van het geslacht van der Capellen. Het huis zelf is in de 70’er jaren van de vorige eeuw afgebroken.
In 1850 wordt het landgoed met geldelijke steun van het Koninklijk Huis en vele notabelen uit het gehele land aangekocht om er een “inrigting te stichten ten nutte van de hulpbehoevende, verlatene en veronachtzaamde jeugd”. Op de langste dag van 1851 wordt daartoe, naar Frans voorbeeld in het dorpje Mettray nabij Tours, de landbouwkolonie Nederlandsch Mettray opgericht door de Friese wijnkoopman en weldoener Willem Hendrik Suringar.
In 1862 wordt op het terrein de eerste steen gelegd voor een kerkje: “het Bedehuis, de kapel op ’t Rijsselt”. De kerk verwerft een eigen plek in de omgeving omdat ook de omwonenden er de eredienst bijwonen. Het is in die tijd dat op Nederlandsch Mettray de pupillen grotendeels in hun eigen onderhoud voorzien. Ze krijgen les en leren een vak als bakker, tuinman, timmerman enz. De pupillen hebben zelfs een “…..eigen fanfarekorps dat regelmatig door Eefde en omstreken trok”. Ook dan is er dus al muziek op ’t Rijsselt.
Het neogotische kerkje uit 1862 brandt op een zondagochtend in maart 1954 volledig af en wordt vervangen door de tegenwoordige eenvoudige kapel.
Na een renovatie in 1994 van de inmiddels in onbruik geraakte kapel wordt de Stichting Kapel op ’t Rijsselt opgericht. Deze staat organisatorisch geheel los van de Jeugdzorgorganisatie Intermetzo (voorheen LSG-Rentray), maar wordt door deze laatste wel in de gelegenheid gesteld in het gebouw concerten te organiseren en andere culturele activiteiten te ontplooien.
*) de gegevens in deze korte geschiedenis zijn met toestemming van het Staring Instituut/Erfgoedcentrum Achterhoek-Liemers ontleend aan een door Jan Harenberg geschreven artikel “De havezathe Rijsselt bij Eefde” dat verscheen in het Jaarboek Achterhoek en Liemers 2011.